|
Aantal gevonden objecten : 35 (uit: 183)
|
||
|
Klik op object voor vergroting en meer informatie
1. |
Database nr.: 00170 = Museumnummer: 0017
Drukkenmeting multimanometer / Pressure Multi-Manometer Aerodynamica -- Windtunnelinstrumentatie [NLL] Parallelle glazen buizen om meerdere (10) drukken tegelijk te kunnen aflezen. Parallel glass tubes to read several (10) pressures simultaneously. Zie ook beeldbankfoto 00516 |
2. |
Database nr.: 00370 = Museumnummer: 0037
Windtunnel Tunnel 2/modeltunnel LST aandrijfschroef / Wind Tunnel Tunnel 2/ Pilot Tunnel LST Fan Aerodynamica -- Windtunnels (ca. 1939) [NLL] De door Prof. Burgers ontworpen schroef van tunnel 2, het schaalmodel voor de beide nieuw te bouwen Lage Snelheids Tunnels (LST’s; tunnel 3 en 4) die in 1940 in gebruik zijn genomen ter vervanging van de bestaande Eiffel tunnel. The fan of tunnel 2 designed by Prof. Burgers. Tunnel 2 was the pilot facility for the Low Speed Wind Tunnels 3 and 4 that became operational in 1940 to replace the existing Eiffel tunnel. Zie ook object 17710. Zie Beeldbankfoto 00093 voor een opengewerkte tekening van het circuit van de grote Lage Snelheids Windtunnel LST. Zie Beeldbankfoto 00086 voor informatie over Prof. Burgers. Zie Beeldbankfoto 00364 voor Model windtunnel (tunnel 2). H=4cm, M=43cm ; |
3. |
Database nr.: 00540 = Museumnummer: 0054
Windtunnelmodel HST/SST Europa raket (links) Aerodynamica -- Windtunnelmodellen (ca. 1970) [NLR] Windtunnelmodel voor hoge snelheidstesten Wind tunnel model for high speed tests L=17cm, B=17cm, H=87cm ; |
4. |
Database nr.: 00570 = Museumnummer: 0057
Windtunnelmodel Eiffeltunnel luchtschip Boerner / wind tunnel model Eiffel Tunnel Boerner air ship Aerodynamica -- Windtunnelmodellen (1919) De opdrachtgever voor de metingen is het Luchtverkeersyndicaat. Het luchtschip wordt aan het begin van de 20e eeuw gezien als een veelbelovend vervoermiddel. De in 1919 door de RSL uitgevoerde metingen hebben als doel het bepalen van de weerstand van het aan draden opgehangen model bij verschillende snelheden en bij verschillende lengten van het model.[1] The principal for the tests is the Air Transportation Syndicate. In the beginning of the 20th century the air ship is regarded a very promising means of transportation. The purpose of the test executed by the RSL is to determine the drag of the model, which was suspended by wires, at different air speeds and lengths of the model.[1] Referentie: [1] Onderzoek naar het Boerner luchtschipmodel, RSL rapport A.0003 Zie ook Beeldbankfoto 00374. L=105cm, B=14cm, H=10cm ; |
5. |
Database nr.: 00580 = Museumnummer: 0058
Windtunnelmodel Eiffeltunnel Plesman veeldekker / Wind Tunnel Model Eiffel Tunnel of Plesman Aircraft Configuration Aerodynamica -- Windtunnelmodellen In ref. [1] wordt gesproken over een “uitvinder” die het verzoek deed een bijzonder vliegtuigmodel te onderzoeken. Het model heeft een liftproducerend oppervlak, dat meer over de lengte van de romp is verdeeld dan bij de toen bestaande vormen met een grote vleugel. Hierdoor zou de breedte (spanwijdte) van het vliegtuig relatief kleiner zijn. Dit zou een aantal praktische bezwaren kunnen oplossen, die de komst van grotere vliegtuigen met zich mee brengt. Twee modellen, waarvan een op de foto zichtbaar is, worden in de windtunnel getest. Zij verschillen in de plaats aan de romp en het aantal horizontale draagvlakken. Het onderzoek [2] levert de volgende conclusies op, die voor kenners van de aerodynamica geen verrassing zijn: - beide modellen geven een in verhouding van de lift zeer grote weerstand. - een belangrijk deel van deze weerstand zal gevormd worden door de geïnduceerde weerstand, die door de kleine draagvlakbreedte zeer hoog is. - deze grote geïnduceerde weerstand is bij het voorgestelde vliegtuigtype onvermijdelijk. De betreffende vliegtuigconfiguratie is bedacht door Albert Plesman, de latere president-directeur van de KLM en is niet in de praktijk gebruikt. In ref [1] an “inventor” is mentioned who wants the RSL to test a special aircraft model. Instead of one wing the model has a number of smaller wing type attachments between the nose and the end of the fuselage. In this way the span of the aircraft can be kept relatively small and a number of problems related to the advent of bigger aircraft can be solved. Two models, one of those is on the picture, have been tested. They differ in the number and location of the “stub wings” on the fuselage. The test [2] gives the following main conclusions, which will not surprise those who are familiar with aerodynamics. - both models have a high drag compared to the lift they produce. - an important part of this drag is caused by the induced drag, which is high because of the low aspect ratio of the stub wings. - the high induced drag is inherent to the proposed aircraft configuration. This configuration is a creation of Albert Plesman, the later president-director of KLM and has not been used in practice. Referenties: [1] Maandverslagen van de RSL 1926, publicatie 2010-06 van de Stichting Historisch Museum NLR p. 51, 52, 59 en 65 [2] Rapport: “Onderzoek van twee vliegtuigmodellen voor den Heer Plesman”, RSL rapport A.159, november 1926 |
6. |
Database nr.: 00600 = Museumnummer: 0060
Windtunnelmodel Eiffeltunnel dubbeldekker van De Vignon Vandevelde / Wind Tunnel Model Eiffel Tunnel Biplane Wing of De Vignon Vandevelde Aerodynamica -- Windtunnelmodellen Zie ook Beeldbankfoto 00051. |
7. |
Database nr.: 02590 = Museumnummer: 0259
Windtunnelmodel LST-NOP Spaans passagierschip / wind tunnel model LST-NOP of Spanish passenger boat Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Nadat het scheepsontwerp gereed is wordt vaak eerst een schaalmodel gebouwd. Het wordt in de windtunnel getest, onder andere om vast te stellen of de rookgassen uit de schoorsteen hinder veroorzaken bijvoorbeeld voor de passagiers op het zonnedek. Soms moest het ontwerp daarna nog aangepast worden. Often, after completion of the ship design, a scale model is built. It is tested in the wind tunnel, amongst others to determine whether the exhaust gases from the funnel cause hindrance for example to the passengers at the sun-deck. In some cases the design had to be changed. |
8. |
2 afbeeldingen |
Database nr.: 02730 = Museumnummer: 0273
Windtunnelmodel (SST) van een ringvleugel / Wind Tunnel Model (SST) of a ring-wing Aerodynamica -- Windtunnelmodellen In de zestiger jaren is door het hoofd van de Gasdynamica Sectie S.F. Erdmann uitgebreid onderzoek gedaan aan een zgn. ringvleugelconfiguratie. Door de specifieke vorm kan de (golf)weerstand van een dergelijk vliegtuig in het supersone snelheidsgebied sterk worden verminderd. Het onderzoek was vooral gericht op het ontwikkelen van rekenmethoden (door P.J. Zandbergen) waarmee de golfweerstand kon worden uitgerekend en de vorm van de configuratie worden geoptimaliseerd. De theorie werd daarna geverifieerd met een windtunnelmodel dat in de SST is gemeten (carrouselfoto 1). Carrouselfoto 2 toont een Schlieren-foto om dichtheidsvariaties in lucht zichtbaar te maken. In the sixties the head of the Gasdynamic Section S.F. Erdmann was involved in a research program for a ring wing configuration. Due to its specific shape, the wave drag of such a configuration can be reduced significantly at supersonic flight. The research was specifically aimed to develop a theoretical method (by P.J. Zandbergen) to calculate the wave drag and to optimize the shape of the configuration. The theory was validated with a windtunnel model that was tested in the SST (carousel photo 1) Carousel photo 2 shows a Schlieren picture to visualize density variations in air. Referentie: [1] A. Elsenaar: 0.2 < Ma < 4.0: 50 years high speed wind tunnel testing in the Netherlands, p. 76 L=70cm, B=20cm, H=40cm ; |
9. |
Database nr.: 02750 = Museumnummer: 0275
Windtunnelmodel LST fregat Van Speyk Klasse / wind tunnel model frigate Van Speijk class Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] In 1966 bestelde de Koninklijke Marine Westland Wasp helikopters, speciaal ontworpen om te opereren van fregat type schepen, zoals de Nederlandse Van Speijk klasse. Het was noodzakelijk om de operationele limieten te bepalen voor het opereren van de Wasp vanaf dit schip. Het NLR speelt al meer dan vijftig jaar een prominente rol bij het uitvoeren van alle stappen bij deze helikopter-schip kwalificaties: 1. bouwen van een windtunnelmodel van het schip (zie foto); 2. windtunnelproeven naar het gedrag van rookgassen uit de schoorsteen over het helikopterdek en naar het windveld om het schip; 3. onderzoek naar de nauwkeurigheid van het wind meetsysteem van het schip; 4. bepalen van de bewegingseigenschappen van het schip; 5. vaststellen van de besturingseigenschappen van de helikopter in de hover; 6. uitvoeren van vliegproeven aan boord in allerlei weercondities, waarbij helikopter en schip geïnstrumenteerd zijn. De uitkomst is een overzicht van de limieten voor de relatieve windrichting en snelheid voor start/landing tijdens dag en nacht operaties. In 1966 the Royal Netherlands Navy ordered Westland Wasp helicopters, specifically designed to operate from frigate type ships, such as the Dutch Van Speijk class (foto). It was necessary to determine the operational limits for the combination Wasp and Van Speijk. Already more than fifty years NLR plays a prominent role in performing all steps in these helicopter-ship qualifications, whereby helicopter and ship are instrumented: 1. building a wind tunnel model of the ship; 2. wind tunnel testing to identify the presence of exhaust gases from the funnel above the helicopter deck and assessing the wind flow pattern around the ship; 3. investigating the accuracy of the ships wind measuring system; 4. studying the ships movements at sea; 5. assessing the helicopter flight characteristics in the hover; 6. execution of flight trials with the ship in all kind of weather conditions, while helicopter and ship are instrumented. The outcome is a set of limitations for the relative wind direction and speed at take off/landing during day and night operations. Zie ook Beeldbankfoto 00521 |
10. |
Database nr.: 02800 = Museumnummer: 0280
Windtunnelmodel PT NACA Kolibrie helikopter NACA 0012 rotorblad / Wind Tunnel Model PT NACA 0012 rotor blade Aerodynamica -- Windtunnelmodellen De foto laat een sectie zien van het rotorblad van de Kolibrie helikopter. Het is voorzien van drukgaatjes en drukleidingen ten behoeve van windtunnelmetingen door het NLL. Het getal 0012 wil zeggen dat het een symmetrisch profiel betreft waarbij de maximale dikte 12% is van de breedte (koorde). The picture shows a section of the rotor blade of the Kolibrie helicopter. It is provided with pressure taps and pressure lines for wind tunnel tests by NLL. The number 0012 means that the maximum thickness of the symmetrical profile is 12% of the width(chord). Zie ook beeldbankfoto's 20001 en 20002. |
11. |
Database nr.: 02901 = Museumnummer: 0290-1
Drukkenmeting reservoirtype regelmanometer Betz (LST) / Pressure Force Reservoir Type Control Betz (LST) Aerodynamica -- Windtunnelinstrumentatie (1948-09-23) [Schildknecht] Met dit type manometer (een zgn. Betz manometer gemaakt door Schildknecht) werd de stuwdruk (windsnelheid) van de Grote Lage Snelheids Windtunnel LST (tunnel No.3) gemeten. De stuwdruk werd geregeld door de bladhoek van de aandrijfschroef te varieren. Door het kijkglas onderin kon een schaalverdeling worden afgelezen die bevestigd was aan een flotter die dreef op een vloeistof waarvan het nivo afhankelijk was van de druk. With this manometer (a manometer due to Betz made by Schildknecht) the tunnel pressure (tunnel speed) was measured. This pressure was adjusted by changing the pitch of the blades of the tunnel fan. Through the looking glass at the bottom of the instrument a sliding scale could be viewed. This scale was attached to a device floating on liquid with a level according to the pressure. Referentie: [1] A. Elsenaar: Onder de vleugels van Göttingen, Het Nationaal Luchtvaartlaboratorium in de Tweede Wereldoorlog, p. 285 afb. C.7 Zie Beeldbankfoto 00093 voor een opengewerkte tekening van het circuit van de grote Lage Snelheids Windtunnel LST. 42.015.25.0010; L=80cm, M=31cm ; |
12. |
Database nr.: 03200 = Museumnummer: 0320
Windtunnelmodel Eiffeltunnel Fokker F.II Aerodynamica -- Windtunnelmodellen (1920-06) [Fokker] Dit is het eerste windtunnel model van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart (de RSL). Het is gemaakt door de RSL op basis van opmetingen aan het werkelijke vliegtuig dat later het eerste laboratoriumvliegtuig van de RSL zou worden. Het model werd bevestigd aan de zgn. 'Eiffelsche balans' naar een obtwerp van Gustave Eiffel. De metingen aan dit model waren o.a. bedoeld voor vergelijking met de vluchtgegevens. This is the first windtunnel model of the RSL. It was manufactured by the modelshop on the basis of measurements taken from the real aircraft that became some time later the first laboratory aircraft. The windtunnel measurements have been made with the so called 'Eiffelsche balans', a balance designd originally bij Gustave Eiffel. The measuremetns have been made to compare with flight test results. Zie beeldbankfoto 00004 voor een foto van het model in de tunnel Referentie: [1] B. van den Berg: Windtunnels en windtunnelmetingen in vroegere tijden bij RSL en NLL. L=58cm, B=85.5cm, H=18cm ; |
13. |
Database nr.: 04830 = Museumnummer: 0483
Windtunnelmodel HST/SST Ariane 5 raket met Hermes Aerodynamica -- Windtunnelmodellen (ca. 1985) [NLR] Windtunnelmodel van Ariane 5 draagraket en Europese ruimtependel Hermes gemeten in de hoge snelheidswindtunnel (HST) en supersone windtunnel (SST) bij het NLR. Model of Ariane 5 launcher with European shuttle Hermes measured in high speed wind tunnel (HST) and supersonic wind tunnel (SST). Zie ook Beeldbankfoto 00183. L=67cm, B=18cm, M=8cm ; |
14. |
3 afbeeldingen |
Database nr.: 04840 = Museumnummer: 0484
Windtunnelmodel HST/SST Geleide sonde GS/1 Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] In 1963 begonnen de systeemstudies aan een Geleide Sonde voor onderzoek in de atmosfeer tot 150 km hoogte en een zodanige besturing, dat het inslaggebied binnen een straal van 25 km kon worden gepositioneerd (voor atmosferisch onderzoek in bewoonde gebieden). Het programma werd ontwikkeld in samenwerking met de Commissie voor Geophysica en Ruimtevaartonderzoek (GROC). De GS-1 is gemeten in de HST (rond 1966). De ontwikkeling werd in 1970 stopgezet. In 1963, system studies began on a Guided Probe for atmospheric research up to 150 km altitude and control in such a way that the impact area could be positioned within a radius of 25 km (for atmospheric research in inhabited areas). The programme was developed in collaboration with the Commission for Geophysics and Space Research (GROC). The GS-1 was measured in the HST (about 1966). The development was terminated in 1970. Referenties: [1] Jaarverslag NLR 1966, p. 21. [2] NLR rapport O.0033 - N.L.R. Vliegende Modellen 1956 - 1966 van Fokkinga, G.Y. [3] NLR rapport O.0036 - Voorstudie voor een geleide sonderingsraket van Boersma, G. H=96cm, M=16cm ; |
15. |
Database nr.: 05020 = Museumnummer: 0502
Windtunnelmodel HST Ariane 1 raket met starttoren Aerodynamica -- Windtunnelmodellen (ca. 1975) [NLR] Windtunnelmodel voor HST met lage (wind)snelheden in dwarsrichting. Het NLR is van 1966-1973 voor ELDO en daarna ESA, de coördinerende autoriteit voor alle aerodynamisch onderzoek. Dit betreft windbelasting op de draagraket in de lanceertoren en de hoge belastingen tijdens de vlucht. Model of Ariane launcher for low speed measurements in side directions in the high speed wind tunnel (HST) for high Reynolds numbers. NLR are between 1966 and 1973 for ELDO and later for ESA the coordinating authority for all aerodynamic research. Zie ook beeldbankfoto 00130. L=54cm, B=54cm, H=23cm (Voet); L=23cm, B=20cm, H=157cm (Toren); H=172cm, M=28cm (Raket); |
16. |
Database nr.: 05470 = Museumnummer: 0547
Windtunnelmodel HST/SST vrij-vliegend model MO-3 / Wind tunnel model HST/SST free flying model MO-3 Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Zie ook beeldbankfoto 00160 van dit model in de windtunnel |
17. |
Database nr.: 05620 = Museumnummer: 0562
Windtunnelmodel CSST straalsimulatie met H2O2 / Wind Tunnel Model CSST jet simulation with H2O2 Aerodynamica -- Verbrandingsonderzoek [NLR] In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw was er een grote interesse de uitlaatstraal van straal- en raketmotoren zo getrouw mogelijk te simuleren bij windtunnel onderzoek. Eén van de gebruikte methoden was het verbranden van waterstof-peroxyde (H2O2). Deze werd aangevoerd en gecontroleerd toegediend door middel van een op een vrachtwagen gemonteerde installatie. Voor de ontwikkeling van deze techniek zijn in de kleine supersone tunnel CSST aan een geïdealiseerd raketmodel metingen uitgevoerd. Deze techniek is later toegepast voor Aérospatiale in een Airbus A300-ontwikkelings-programma. In the seventies of the twentieth century there was a definite interest to simulate in wind tunnel tests the jet of jet engines and rockets. In one technique hydrogen peroxide (H2O2) was used, delivered by a special mobile unit. For the development of this technique tests were made on a rocket-like model in the small supersonic wind tunnel CSST. Later, this technique was employed in a joint program with Aérospatiale for engine simulation on an Airbus A300 model. Zie ook 10530. Referentie: [1] A. Elsenaar: 0.2 < Ma < 4.0: 50 years High Speed Wind Tunnel testing in The Netherlands, p. 84 [2] NLR Jaarverslag 1968: Waterstofperoxyde voor uitlaatstraalsimulatie, p. 25-30 |
18. |
3 afbeeldingen |
Database nr.: 05630 = Museumnummer: 0563
Windtunnel demonstratietunnel (met 5 meetopstellingen) / Wind Tunnel Show Model (with 5 measuring devices) Aerodynamica -- Windtunnelinstrumentatie [NLR] Generiek model van een windtunnel met vijf verschillende "opstellingen". De "inserts" (carrouselfoto 2) zijn: - 2x 2D-profiel met verschillende invalshoeken; - weerstandsillustratie van een gestroomlijnd lichaam en een ronde "disk" (zie ook carrouselfoto 3); - twee gebogen platen om de wet van Bernoulli te demonstreren; - een venturi ten behoeve van illustratie van een drukmeting (niet aanwezig op de foto's). Na een uitleenperiode is het model geheel gerenoveerd. Generic model of a wind tunnel with five different "setups". The "inserts" (carousel photo 2) are: - 2x 2D profile with different angles of attack; - resistance illustration of a streamlined body and a round "disk" (see also carousel photo 3); - two curved plates to demonstrate Bernoulli's law; - a venturi for the purpose of illustrating a pressure measurement (not present in the photos). After a loan period, the model was completely renovated. Zie ook Beeldbankfoto 00807 bij gebruik op een tentoonstelling naar aanleiding van de wederopbouw -;  |
19. |
Database nr.: 05760 = Museumnummer: 0576
Windtunnelmodel LST verkeersportaal dubbel / Wind tunnel model double traffic gantry Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [Van Doorn] Zie ook Beeldbankfoto 00521 |
20. |
Database nr.: 05770 = Museumnummer: 0577
Windtunnelmodel LST-NOP verkeersportaal enkel / Wind tunnel model LST-NOP traffic gantry single Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Zie ook Beeldbankfoto 00521 |
21. |
2 afbeeldingen |
Database nr.: 05780 = Museumnummer: 0578
Drukkenmeting multimanometer kantelbaar / Pressure Multi-Manometer Turnable Aerodynamica -- Windtunnelinstrumentatie Kantelbare meervoudige manometer voor het meten van de druk op diverse plaatsen van een windtunnelmodel. Turnable multi-manometer for measurement of the pressure at various places of a wind tunnel model. Zie ook beeldbankfoto 00516 |
22. |
Database nr.: 05800 = Museumnummer: 0580
Windtunnelmodel LST doorstroomgondel F28 / Wind tunnel model LST of through-flow nacelle F28 Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Windtunnelmodel van een doorstroomgondel ten behoeve van een model van de Fokker F28 Fellowship. Hiermee kan het massatransport door de "open" motor worden gemeten om het effect van de motorinlaat op de vleugelstroming te bepalen. Wind tunnel model of through-flow nacelle for a Fokker F28 Fellowship model. This allows mass transport through the "open" engine to be measured to determine the effect of the inlet-flow on the wing aerodynamics. Zie ook Beeldbankfoto 00098. |
23. |
Database nr.: 06430 = Museumnummer: 0643
Windtunnel LST stroomlijnbroek / Wind tunnel LST support fairing Aerodynamica -- Windtunnels Een houten stroomlijnkap die gebruikt werd om de stalen stangen waaraan het model was opgehangen in de Lage Snelheids Tunnel LST (tunnel No.3) af te schermen van de wind. Zonder deze kap zouden de krachten op de stang worden meegewogen. De stroomlijnvorm was nodig om de interferentie tussen model en ophanging zo veel mogelijk te beperken. A wooden support fairing was used to shield the rod that connects the model to the balance from the wind loads. Without this fairing the forces would corrupt the balance measurements. The fairing is shaped aerodynamically to minimize the interference with the model. Zie beeldbankfoto 00096 voor het gebruik van deze kap Zie ook beeldbankfoto 00093 voor informatie over de grote LST |
24. |
Database nr.: 06480 = Museumnummer: 0648
Windtunnelmodel HST ELDO-A met starttoren Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Model van ELDO-A lanceervoertuig met starttoren voor testen van invloed van dwarswind op het lanceerplatform Model of ELDO-A launcher with start tower for testing the impact of cross winds when on launch site Zie ook Beeldbankfoto 00130. L=30cm, B=60cm, H=150cm ; |
25. |
Database nr.: 06490 = Museumnummer: 0649
Windtunnelmodel HST/SST Ariane 1 (achter) / wind tunnel model HST/SST Ariane 1 launcher (back) Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Zie ook Beeldbankfoto 00113. L=50cm, B=50cm, H=203cm ; |
26. |
Database nr.: 07380 = Museumnummer: 0738
Windtunnelmodel LST Kolibriehelikopter / Wind tunnel model LST Kolibrie helicopter Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLL] Met dit 1:5 model dat representatief is voor de Kolibrie helikopter, gebouwd door de Nederlandse Helicopter Industrie, werden de luchtkrachten op de romp gemeten (1958).[1] With this scale 1:5 model, which represents the Kolibrie helicopter, built by the Netherlands Helicopter Industry, the air forces acting on the fuselage were measured (1958).[1] Referentie: [1] NLL rapport A.1490 Zie ook beeldbankfoto 20001. L=85cm, B=39cm, H=39cm ; |
27. |
3 afbeeldingen |
Database nr.: 07402 = Museumnummer: 0740-2
Krachtenmeting balans extern (LST 2x3) / Force Measuring Wind Tunnel External Balance (LST 2x3) Aerodynamica -- Windtunnelinstrumentatie Eén component van de externe 'overhead' balans die gebruikt werd in de Grote LST (tunnel No.3). Grofregeling vond plaats door het plaatsen van gewichten op een schaal, fijnregeling door een uitgekiend terugkoppelmechanisme waarbij een spindel een loopgewicht in de goede richting bewoog. De wijzer op de klok gaf de evenwichtsstand aan en werd uitgelezen door een waarnemer. Op dezelfde wijze werden de vijf andere komponenten afgelezen. Later werd de kracht gemeten met rekstrookjes op de verbindingsstang. One component of the external balance of the Low Speed Tunnel No.tunnel 3. Coarse adjustment with dead-weights, fine tuning by a clever feedback mechanism that involved a moving weight on a rotating shaft. The force was indicated on the dial that was read by an observer. In a similar way the rading of the five other components was obtained. Later the system was equipped with strain gauges. Zie ook Beeldbankfoto 00095. |
28. |
Database nr.: 09290 = Museumnummer: 0929
Windtunnelmodel LST Fokker G.I / Wind tunnel model LST Fokker G.I Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [TU-Delft] Houten windtunnelmodel van de vooroorlogse Fokker G.I. Wooden wind tunnel model of the pre-war Fokker G.I. Zie ook beeldbankfoto 00515 |
29. |
9 afbeeldingen |
Database nr.: 09360 = Museumnummer: 0936
Windtunnelmodel VFW 614 drukken / Wind tunnel model VFW 614 pressure Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] De VFW 614 was een West-Duits ontwerp voor een klein passagiersvliegtuig (36-40 passagiers) van de Vereinigte Flugtechnische Werke (VFW). Een bijzonderheid was de plaatsing van de motoren op de vleugel. Dit was in de eerste plaats bedoeld om te voorkomen dat rommel van de grond werd opgezogen bij start en landing op niet-verharde banen. Tevens leidde deze motor-opstelling ertoe dat het geluid van de motoren naar beneden werd afgeschermd. Fokker raakte al in 1966 bij dit project betrokken en door de fusie in 1969 werd het een gemeenschappelijk Duits-Nederlands project. Door tegenvallende verkopen, met name na het neerstorten van een prototype en de concurrentie met de Fokker F27 in hetzelfde marktsegment, werd het project in 1977 beëindigd. Het drukkenmodel werd gebruikt voor hoge snelheidsmetingen in de HST. The VFW 614 was a West-German design for a small passenger aircraft (36-40 pax) of the Vereinigte Flugtechnische Werke (VFW). A special feature was the placement of the engines on top of the wing. This was primarily intended to prevent debris from being sucked up from the ground during take-off and landing on unpaved runways. This engine arrangement also resulted in the noise of the engines being shielded downwards. Already in 1966 Fokker was involved in this project and it became a joint project after the merger between Fokker and VFW in 1969. Due to a crash of one of the prototypes and the competition with the Fokker F27 in the same market segment, the project was terminated in 1977. The pressure model was used for high speed tests in the HST. Zie ook Museumobject 09370. Zie ook Beeldbankfoto 00383. Referentie: [1] A. Elsenaar: 0.2 < Ma < 4.0: 50 years high speed wind tunnel testing in the Netherlands, p. 72 |
30. |
Database nr.: 09530 = Museumnummer: 0953
Centrale Turbine 1 Instrumentenpaneel / Powerplant Instrument Panel Turbine 1 Aerodynamica -- Windtunnels Vanaf 1960 werden de hoge-snelheidstunnel (HST) en supersone-snelheidstunnel (SST) door een eigen elektrische centrale van energie voorzien. Daarvoor werden stoomketels, stoomturbines en generatoren gebruikt afkomstig uit afgedankte 'Escort' schepen uit de Tweede Wereldoorlog. Het in de Centrale gebruikte bedieningspaneel van de turbines is bewaard gebleven. From 1960 the high speed wind tunnel (HST) and the supersonic wind tunnel (SST) were provided with energy by an own electric power plant. To that end steam boilers, steam turbines and generators from discarded 'Escort' vessels from World War II were used. The control panel of the turbines in the so called Central was preserved. Zie beeldbankfoto 00516 -;  |
31. |
Database nr.: 10530 = Museumnummer: 1053
Proefstuk straalsimulatie met perspex / Test specimen for jet simulation with perspex Aerodynamica -- Verbrandingsonderzoek [NLR] In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw werden verschillende technieken ontwikkeld om stralen van straalmotoren en raketten voor modelonderzoek in de windtunnel te simuleren. Bij een van deze ontwikkelingen werd een blok perspex als vaste brandstof gebruikt in combinatie met waterstof-peroxide (H2O2). Hoewel dit zeer effectief bleek, is deze combinatie nooit toegepast bij onderzoek in de windtunnel. In the seventies of the twentieth century various techniques were investigated to simulate the jet of jet engines and rockets. In one of these techniques a block of perspex was used as solid fuel in combination with hydrogen peroxide (H2O2). Although this proved to be very effective, this technique was never used in practical tests. Zie ook 05620. Zie ook 00815 voor een experimentele opstelling van dit proefstuk. Referentie: [1] NLR Jaarverslag 1968: Waterstofperoxyde voor uitlaatstraalsimulatie, p. 25-30 -;  |
32. |
Database nr.: 17710 = Museumnummer: 1771
Windtunnel LST Schroefblad / Wind Tunnel LST Fan blade Aerodynamica -- Windtunnels Eén van de zes bladen van de tunnelschroef van de grote LST 3x2. Het aerodynamische ontwerp van deze bladen is gemaakt door Prof. Burgers. De hele schroef is op modelschaal 1:10 uitgetest in de modeltunnel van de LST, tunnel No.2. One of the six blades of the fan of the large Low Speed Tunnel LST (tunnel No.3). The aerodynamic design of the blade was made by Prof. Burgers. The complete fan on modelscale 1:10 was tested in the small pilot facility of the LST (tunnel No.2). Zie ook 00370 voor de schroef van de modeltunnel No.2 Zie Beeldbankfoto 00093 voor een opengewerkte tekening van het circuit van de grote Lage Snelheids Windtunnel LST. Zie beeldbankfoto 00090 voor de schroef in de grote LST |
33. |
Database nr.: 18250 = Museumnummer: 1825
Windtunnelmodel DNW-LST NH90 staartrotor met aangedreven staartrotor / Wind Tunnel Model DNW-LST NH90 Powered Tail Rotor Aerodynamica -- Windtunnelmetingen (1996) [NLR] Het NLR heeft in 1996 in de Duits-Nederlandse Windtunnel (DNW-LST) proeven uitgevoerd met een schaal 1:4 aangedreven staart rotor model van de NH Industries NH90 helikopter [1]. Het doel was het vaststellen van de effectiviteit van de staartrotor bij onder andere extreme zijwindcondities. Deze zijn bepalend voor de richtingsbesturing van een helikopter. Daarvoor werd het model getest in een groot bereik van een combinatie van windtunnel snelheden en zijwindomstandigheden. Het modelontwerp en -aanmaak is gedeeltelijk uitgevoerd door het Amerikaanse bedrijf Dynamic Engineering Incorporated (DEI)[2]. In 1996 NLR performed in the DNW-LST powered tests on a 1:4 scale tail rotor model of the NH Industries NH90 helicopter [1]. The purpose was to assess the tail rotor efficiency at amongst others extreme crosswind conditions, which determine the directional controllability of a helicopter. Therefore the model was tested in a large number of different wind tunnel speeds and crosswind conditions Model design and production was partly done by the American Company Dynamic Engineering Incorporated (DEI) [2]. Referenties: [1] Jaarverslag NLR 1996, Capita Selecta: Development and Testing in the DNW of a Powered NH90 Helicopter Model, p. 94 [2] C. Hermans, J. Hakkaart, G. Panosetti, G. Preatoni, V. Mikulla, F. Chéry, C. Serr: The NH90 helicopter development wind tunnel programme, NLR TP 97631 L=120cm, B=31cm, H=93cm ; |
34. |
Database nr.: 19170 = Museumnummer: 1917
Windtunnel Eiffel Schroef / Fan of the Eiffel windtunnel Aerodynamica -- Windtunnels De foto laat de houten aandrijfschroef zien van de windtunnel van de RSL. Deze is in gebruik geweest vanaf 1919 tot het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft een plaats gekregen in de hal van het NLR hoofdgebouw. De schroef heeft een constante koorde en geen wrong, behalve aan de tip in verband met de vereiste stijfheid. The picture shows the wooden fan of he RSL wind tunnel, which has been used from 1919 until the beginning of the Second World War. The fan is suspended to the wall of the entrance hall of the NLR main building. The fan has a constant chord and no twist, except at the tip for reasons of stiffness. Zie ook Beeldbankfoto 00001. |
35. |
Database nr.: 20590 = Museumnummer: 2059
Windtunnelmodel SST fles / Wind Tunnel Model SST Bottle Aerodynamica -- Windtunnelmodellen [NLR] Medio zestiger jaren in de twintigste eeuw bezochten Zweedse vliegtuigbouwkundige studenten de Technische Hogeschool in Delft. Bij die gelegenheid werd ook het NLR bezocht. Een (voormalig) lid van het bestuur van de Vliegtuigbouwkundige Studievereniging "Leonardo da Vinci" en afstudeerder bij NLR's voormalige G-sectie van Erdmann was gastheer en kreeg als dank voor de gastvrijheid een foto van een bierflesje in een windtunnel. Het was een zogenaamde schlieren-opname (mach=2,5) waarmee dichtheidsverschillen in de stroming zichtbaar gemaakt kunnen worden (zie bijlage 1). Deze foto werd door de betrokken medewerker in 1967 meegenomen naar het Institute for Aerospace Studies in Toronto, Canada. De foto van het bierflesje hing boven zijn bureau en trok bij excursies regelmatig de aandacht. Een paar medestudenten, die daar bij een hypersone tunnel werkten, meenden dat zij het snelheidsrecord van dit flesje wel konden verbeteren. Dit resulteerde in nog een foto bij mach=8,2. Deze keer met een populair Canadees biermerk (zie bijlage 2). Bij terugkomst in 1969 op het NLR in Amsterdam hingen beide foto's boven het bureau van de betrokkene. Ook rond de SST bleven de foto's niet onopgemerkt en dat heeft ertoe geleid, dat er een model van een bierflesje werd gemaakt (deze foto). Of dit model daadwerkelijk in de SST is getest, is niet bekend. In the mid-sixties of the twentieth century, aeronautical engineering students from Sweden visted the Technical University in Delft. On that occasion NLR was also visited. A (former) member of the board of the Student Association of Aerospace Engineering students "Leonardo da Vinci" studying at that time at NLR's Gasdynamic Section of Erdmann was the host and received a photo of a beer bottle in a wind tunnel to thank for the hospitality. It was a so-called schlieren image (mach=2.5) with which density differences in the flow can be made visible (see appendix 1). This photo was taken to the Institute for Aerospace Studies in Toronto, Canada, in 1967. The photo of the beer bottle was displaced above his desk and regularly attracted attention during excursions. A few fellow students, who worked at a hypersonic tunnel there, thought they could beat the speed record of this bottle. This resulted in another photo at mach=8.2, this time with a popular Canadian beer brand (see Appendix 2). When he returned to the NLR in Amsterdam in 1969, both photos were displayed above his desk. For the co-workers of the Supersonic Tunnel SST, the photos did not go unnoticed and that led to the manufacture of a new model of a beer bottle (this photo). Whether this model was actually tested in the SST is not known. |
Laatste wijziging binnen getoonde objecten: 7 januari 2025